Stoomlocomotief serie 38

Een locomotief met een unieke geschiedenis
Deze in 1921 gebouwde loc uit serie 38.10-40 met serienummer 3676 verrichtte vele jaren dienst, om vervolgens in 1951 te worden omgebouwd tot de legendarische testlocomotief 78 1001 deel te gaan uitmaken van de geschiedenis van de Duitse spoorwegtechniek. Als echte nieuwe constructie wordt de serie 38 2919, met als thuisstation opstelterrein Regensburg, voor het eerst als Märklin H0-­model uitgevoerd zoals hij er aan het eind van zijn diensttijd in 1950 uitzag. Met de voor het vroege tijdperk III typische DRB-lantaarns en de kleine Wagner-windleiplaten is het front voorbeeldgetrouw vormgegeven. Ook de plaatsing van de ketelopbouwen, met stoomdom, zandkist en drinkwaterreiniger, is voorbeeldgetrouw nagebouwd. Dit geldt ook voor de fijne spaakwielstellen van loc en tender. Voor de uitstekende rij-eigenschappen van het model zorgt de overwegend metalen constructie, zijn indrukwekkende trekkracht krijgt hij van zijn sterke, in de ketel ondergebrachte motor. Hoewel de P 8 met meer dan 3.900 exemplaren een van de succesvolste locomotieven uit de spoorweggeschiedenis is, mag deze ene serie 38, met zijn unieke en opwindende geschiedenis, op geen enkele modelspoorbaan ontbreken.

Voorbeeld: Stoomlocomotief met sleeptender serie 38.10-40 van de Deutsche Bundesbahn (DB). Vroegere Pruisische P8. Uitvoering met twee ketelopbouwen, kleine Wagner-windleiplaten en baktender. Bedrijfsnummer 38 2919. In gebruik rond 1949/50.