Voorbeeld: Zware sneltrein-stoomlocomotief met sleeptender type 13 (241-A) van de Franse Oostbaan (EST). Kleur zwart met een zwart onderstel. Uitvoering als locomotief voor de set sneltreinrijtuigen 'EDELWEISS'. Typespecifieke aangepaste windleiplaten. Tweepuntsfrontsein met petroleumlampen, met een lamp boven en een lamp onder. Locomotiefnummer EST 241-004. Uitvoering zoals in gebruik omstreeks 1931.
Art.nr. | 39244 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | II |
Type | Stoomlocomotieven |
Model: Met digitale mfx+ decoder en uitgebreide licht- en geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogensaandrijving met vliegwiel in de ketel. Vier aangedreven assen. Met antislipbanden. Locomotief en tender grotendeels vervaardigd van metaal. Rookset 72270 standaard ingebouwd. Met de rijrichting wisselend tweepuntsfrontsein op loc en tender, evenals ingebouwde rookgarnituur analoog in bedrijf, digitaal schakelbaar. Bovendien is de machinistencabineverlichting digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije, warmwitte lichtdiodes (LED). Verstelbare koppeling met kortkoppelingsmechanisme tussen loc en tender. Aan de tender een meeverende kortkoppeling met NEM-schacht. Kleinst berijdbare boogstraal 437,5 mm. Remslangen, verwarmingskoppeling en imitatie schroefkoppelingen los meegeleverd. Bovendien wordt een frame zonder wieluitsparing voor de naloopas meegeleverd, dat bijvoorbeeld in de vitrine met het standaard ingebouwde frame van de naloopas kan worden verwisseld. Lengte over de buffers 30,4 cm.
De bijbehorende set sneltreinrijtuigen 'Edelweiss', met nieuw geconstrueerde rijtuigen, vindt u in het Märklin H0-assortiment onder artikelnummer 42470.
Dit model is in gelijkstroomuitvoering leverbaar en heeft artikelnummer 25241 in het Trix H0-assortiment.
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
EST-stoomlocomotief 13 (241 A) De Franse Oostbaan (EST) had begin jaren '20 van de vorige eeuw dringend een krachtige locomotief nodig om de zware sneltreinen op het traject Parijs – Belfort – Bazel te trekken. Met een topsnelheid van 120 km/h moest de nieuwe loc op vlakke baandelen een 700 ton zware trein met een constante snelheid van 115 km/h kunnen trekken, waarvoor een continu vermogen van ten minste 2.720 pk nodig was. Nog ambitieuzer was de eis om bij een stijging van 5 ‰ maar liefst 800 ton aanhanggewicht met een snelheid van 80 km/h te kunnen trekken. Hiervoor was ongeveer 3.540 pk nodig – een voor stoomlocs exorbitant vermogen! Een op 17 januari 1926 door Fives-Lille geleverd prototype met nummer 41.001 verscheen op het Europese toneel met de 'Mountain'-wielstelcode 2’D1’. Naar Frans gebruik was deze uitgevoerd als 4-cilinder compoundlocomotief volgens De Glehn/De Bousquet, met afzonderlijk instelbare Heusinger-aansturingen voor de hoge- en lagedrukaandrijving. Na uitvoerige tests volgden tussen 1930 en 1934 nog 89 locs, die in enkele details van het prototype afweken. Veertig exemplaren met de nummers 241 002-041 gingen naar de EST en 49 locs naar de ÉTAT. Het prototype werd omgedoopt in 241 001. De 241 A was uitgerust met een voor Europa nieuwe ketel naar Amerikaans voorbeeld, met een grotere verbrandingskamer en thermosifons type Nicholson. Gevoed werd de ketel via een uitlaatstoominjecteur en twee hogedrukinjecteurs. De binnenliggend cylinders (lagedrukcylinders) dreven het gebogen eerste koppelingswielstel aan, de buitenliggende cylinders (hogedrukcylinders) op het tweede. Via een schuifklep kon bij het wegrijden, of wanneer veel vermogen werd gevraagd, ook hogedrukstoom aan de lagedrukcylinders worden toegevoerd. Terwijl de EST met zijn "Mountains" voor zware sneltreinen het traject Paris – Belfort – Mulhouse – Basel verzorgde en bergliefhebbers en zonaanbidders naar hun vakantieadres in Zwitserland of Italië bracht, zorgde de ÉTAT voor de aansluiting op de uit Amerika of Groot-Brittannië in Cherbourg of Le Havre arriverende schepen. De ÉTAT was niet blij met zijn "Mountains", omdat het hoge gewicht en de grote, vast gemonteerde wielstellen snelle slijtage van de rails veroorzaakten. Daarom verkocht het bedrijf alle 49 locs aan de EST. Bij haar oprichting in 1938 nam de SNCF alle 90 locs over, die vervolgens na verschillende tijdelijke hercoderingen de nummers 241 A 1-41 (EST-locs in de oorspronkelijke volgorde) en 241 A 42-90 (vroegere ÉTAT-machines in gewijzigde volgorde) kregen. Tot ze tussen 1960 en 1965 buiten dienst gesteld werden zette de SNCF de locomotieven voornamelijk in tussen Parijs en Straatsburg en tussen Parijs en Bazel. Twee exemplaren zijn bewaard gebleven: de 241 A 1 in het spoorwegmuseum Mulhouse en de 241 A 65 bedrijfsklaar in Zwitserland.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Rookgarnituur | |||||
Rijgeluid stoomloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Cabineverlichting | |||||
Rangeerfluit | |||||
Lichtfunctie 1 | |||||
Stoom afblazen | |||||
Kolen scheppen | |||||
tuimelrooster | |||||
Luchtpomp | |||||
Waterpomp | |||||
Injecteur | |||||
Stoten railvoeg | |||||
Water bijvullen | |||||
Kolen bijvullen | |||||
Zand bijvullen | |||||
Bezanden | |||||
Conducteursfluit | |||||
Veiligheidsventiel | |||||
Rangeer-dubbel-A-sein | |||||
Rangeerfunctie + rangeerlicht | |||||
Koppelgeluid |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55