Voorbeeld: Elektrische locomotief serie E 19.1 in purperrode basiskleurstelling. Uitvoering in de museumversie van het DB-museum van Nürnberg. Met opschrift als E 19 12 van de voormalige Deutsche Reichsbahn (DR), tijdperk II. Zoals in gebruik tijdens tijdperk II/VI.
Art.nr. | 39193 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | VI |
Type | Elektrische locomotieven |
Model: Met digitale decoder mfx+ en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenaandrijving met vliegwiel. 2 aangedreven assen. Antislipbanden. Met de rijrichting wisselend driepuntsfrontsein en 2 rode sluitseinen in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Frontseinen aan loczijde 2 en 1 elk afzonderlijk digitaal uitschakelbaar. Dubbele A-lichtfunctie. Verlichting met onderhoudsvrije, warmwitte en rode lichtdioden (leds). Cabine en machineruimte met interieur. Er is een machinistfiguur meegeleverd om die nadien in de machinistencabine in te bouwen. Behuizing met veel ingezette details. Voorbeeldgetrouwe schaarstroomafnemer. Uiterst gedetailleerd onderstel met voorbeeldgetrouwe imitatie van de spiraalveeraangedreven wielen. Metalen buffers, afzonderlijk aangebracht, in gewelfde en platte uitvoering. Een boekje biedt informatie over de geschiedenis van de locomotief. Lengte over de buffers 19,5 cm.
2. Locomotief van een 5-delige serie museumlocomotieven
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
Eenmalige serie.
Museumlocomotief E 19 12 "Met de snelle E 19 voor FD-treinen in vijf uur en vijftig minuten van München naar Berlijn": zo luidt de euforische aankondiging van de voormalige president van de Rbd Erfurt, Dr. Offenberg, naar aanleiding van de heropening van de elektrische exploitatie tussen Nürnberg en Saalfeld op 13 mei 1939. De DRG plande een doorgaans elektrische exploitatie tussen München en Berlijn, waarbij het traject Nürnberg – Halle met 150 km/u werd bereden en tussen Halle en Berlijn moest zelfs een topsnelheid van 180 km/u worden bereikt. Voor de sneltreindienst op deze hoofdlijn liet de DRG in 1937 twee proeflocomotieven door AEG (E 19 01 en 02) en door Henschel/SSW (E 19 11 en 12) ontwikkelen. Beide bedrijven baseerden zich op het ontwerp van de succesvolle E 18, maar alle vier E 19 werden uitgerust met sterkere motoren, robuustere aandrijfelementen en loopwielen met een grotere diameter. In het elektrische deel verschilden beide types aanzienlijk; de AEG-machines hadden vier nieuw ontwikkelde motoren met seriebekrachtiging op wisselstroom, de SSW-locomotieven vier achtpolige dubbele motoren. Voor de ritten in proefbedrijf tot 225 km/u werden de E 19 met een extra elektrische weerstandsrem uitgerust. Tussen januari 1939 en juli 1940 werden de vier E 19 met een exclusieve, wijnrode kleurstelling geleverd. Maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd uitvoerig proefrijden verhinderd. Na de oorlog bleven alle vier machines in de westelijke zone, waar ze door de DB van het begin van de jaren '50 gedegradeerd tot 140 km/u. Daarna kon de E19 12 na de elektrificatie van het traject Nürnberg – Regensburg uitgebreide testritten maken, en op 15 mei 1950 werd de machine opgesmukt om als heropeningstrein met eregasten naar Regensburg te rijden. Met één uitzondering reden de E 19 (vanaf 1968: 119) verder voor Bw Nürnberg Hbf. Tussen 1968 en de lente van 1970 moesten de "Edelhirsche" bij Bw Hagen-Eckesey in dienst gaan. Van daar keerden ze in 1970 zwaar aangeslagen naar Nürnberg terug, waar ze dankzij de goede verzorging van het toegewijde personeel opnieuw betere loopprestaties behaalden. De 119 011 was de eerste die in 1975 wegens schade aan de transformator de dienst moest verlaten. Tussen 1977 en 1978 volgden ook de drie andere machines. Er werden twee "Edelhirsche" voor het nageslacht bewaard: Als museumlocomotief van de DB staat de E 19 12 in de oorspronkelijke wijnrode uitvoering in het Verkeersmuseum van Nürnberg en de AEG-museumlocomotief E 19 01 eveneens in de oorspronkelijke toestand in bruikleen in het Deutsche Technikmuseum te Berlijn.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Panto-geluid | |||||
Rijgeluid eloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Frontsein cabine 2 | |||||
Rangeerfluit | |||||
Frontsein cabine 1 | |||||
Speciale functie | |||||
Speciale functie | |||||
Ventilatoraandrijving | |||||
Ventilatoraandrijving | |||||
Perslucht afblazen | |||||
Brandstof bijvullen | |||||
Conducteursfluit | |||||
Stationsmededeling | |||||
Sluiten van deuren | |||||
Bezanden | |||||
Koppelgeluid | |||||
Stoten railvoeg |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55