Elektrische locomotief

Grootbedrijf

Serie 189 (duivelszebra) Met haar 'zebralocomotieven' heeft spoorwegonderneming (EVU) 'Lokomotion – Gesellschaft für Schienentraktion mbH' een onmiskenbaar uiterlijk geschapen, om zich optisch duidelijk van de concurrentie te onderscheiden. In eerste instantie werden de Lokomotion-locs voorzien van witte lak met blauwe zebrastrepen. Tot grote vreugde van veel spoorwegvrienden verschenen daarna ook machines met rode, rood-blauwe, groene, grijze en wit-reflecterende zebrastrepen. De locs met de rode 'zebralook' kregen al gauw de bijnaam 'duivelszebra'. Als eerste particuliere spoorwegonderneming benutte Lokomotion in oktober 2001 de kansen die werden geboden door de liberalisering van de Alpentransit. De onderneming ontwikkelde zich inmiddels tot een van de vooraanstaande spoorwegondernemingen in het Alpenkruisende goederenverkeer via de Brenner- en Tauernas. Zwaartepunten hierbij zijn het gecombineerde verkeer en het wagonladingsverkeer, deels in samenwerking met ervaren en betrouwbare partners in binnen- en buitenland. In Italië is dat de Südtiroler Rail Traction Company AG (RTC), die enkele van zijn eigen locs ook van een zebradesign heeft voorzien. Zo kan een doorlopende productieketen van Duitsland tot Italië worden geboden, omdat sinds 2005 voor een groot deel van de locomotieftreinen alleen een personeelswisseling hoeft plaats te vinden om over de stroomsysteemgrens tussen Oostenrijk en Italië te rollen, waardoor het oponthoud aan de grens tot een minimum wordt beperkt en de bedrijfsvoering wordt vergemakkelijkt. Lokomotion zet eigen en gehuurde elektrische locomotieven in, uit de series 139, 185, 186 en 189. Tot de rode 'duivelszebra's' tellen ook de 4-systeemmachines uit serie 189 (in het naamregister van Siemens ES 64 F4), die vooral tussen München en Italië rijden. Deze kunnen als 'nieuwe' Europalocs met 15 en met 25 kV wisselspanning worden gebruikt, maar ook met 1,5 en 3 kV gelijkspanning. De machines uit serie 189 zijn weliswaar gebaseerd op DB-serie 152, maar verschillen op mechanisch en vooral elektrisch gebied aanzienlijk van hun voorganger. Uiterlijk valt het oog op twee markante verschillen, namelijk de geribde wanden en de uit lichtdiodes bestaande frontlampen.