Voorbeeld: elektrische panoramamotorwagen serie ET 91 "Gläserner Zug" van de Deutsche Bundesbahn (DB). Met enkele lampen op de kopse kanten, fluit op het dak en twee schaar-stroomafnemers. Kleurstelling purperrood/beige. Bedrijfstoestand rond 1965.
Art.nr. | 55919 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | 1 / |
Tijdperk | III |
Type | Treinstellen |
Model: onderstel van metaal, opbouw in gedetailleerde metaal/kunststofbouwwijze met veel gemonteerde details (handgrepen van metaal, ruitenwissers, fluit enz.) Draaistellen met verschillende wielbasis overeenkomstig het voorbeeld. Digital-decoder mfx met geregelde hoogvermogensaandrijving en omvangrijke geluidsfuncties. Bedrijf met wisselstroom, gelijkstroom, Märklin Digital en DCC mogelijk. Alle assen aangedreven, antislipbanden. Frontverlichting conventioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Deuren kunnen geopend worden. Wit frontsein en rood sluitsein met LED conventioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Interieurverlichting standaard ingebouwd. Interieurverlichting kan als digitale extra functie gedempt worden. Gedetailleerd interieur. Meegeleverd set met 20 figuren. Op het dak twee schaar-stroomafnemers. Stroomafnemers kunnen bij digitaal bedrijf motorisch omhoog en omlaag.
Minimaal berijdbare boogstraal 1.020 mm. Lengte over de buffers 64,4 cm.
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
Begin jaren 30 ondervond de Deutsche Reichsbahn (DRG) de toenemende concurrentie van vrachtauto's en autobussen. Daarom waren er verschillende pogingen om de dienst voor de klant te verbeteren en het reizen aantrekkelijker vorm te geven. Om bij uitstapjes nieuwe impulsen te bieden, werden bij de Waggonfabrik Fuchs en bij de AEG (elektrisch gedeelte) twee elektrische panoramawagens besteld die later als "Glazen treinen" tot de demonstratieobjecten van de DRG moesten behoren. Deze voertuigen moesten voor het tourverkeer door de landschappelijk bijzonder aantrekkelijke Beierse en Oostenrijkse Alpen aan speciale eisen voldoen: zo moesten de reizigers vanaf hun zitplaats ongehinderd naar alle kanten het landschap kunnen bekijken. Daarom moesten in het raam- en dakgedeelte zo min mogelijk ondoorzichtige onderdelen gebruikt worden. Om economische redenen moesten verder zoveel mogeljk onderdelen van de eenheidsmotorwagens ET 25 en 31 worden overgenomen. Aan deze voorwaarden kon worden voldaaN; grote ramen aan de uiteinden en in de schuine kanten van het dak maakten een uitstekend uitzicht rondom mogelijk. De volledig van profielen en metaal gelaste wagenkast bevatte aan elke voertuigzijde slechts één middeninstap. Om een vrij uitzicht te hebben, werd de toiletruimte bij de middeninstap vrijwel tot aan de onderkant van de vensters verlaagd. De leuningen van de banken konden worden omgeklapt. Twee taatslagermotoren dreven de beide assen in het motordraaistel aan, het tweede draaistel bleef zonder aandrijving. Ook de rest van de elektrische uitrusting was overeenkomstig de eenheidsprincipes onder de wagenbodem aangebracht. Van 14 juli tot 13 oktober 1935 werden de elektrisch nog niet geheel voltooide elT 1998 (later ET 91 01) op de Neurenberger tentoonstelling "100 jaar spoorwegen in Duitsland" gepresenteerd. De tweede motorwagen elT 1999 (later ET 91 02) kon in september 1935 worden afgenomen en nam deel aan de grote voertuigparade bij het honderdjarige jubileum. Vervolgens reden beide motorwagens in speciaal treinverkeer op de geëlektrificeerde trajecten van zuid Duitsland en al snel ook naar Oostenrijk. Geliefde mogelijkheden waren toen en ook na de tweede wereldoorlog de "Karwendelrondrit" en de "Grote Alpenrondrit". Een bombardement op Múnchen in de nacht van 9 op 10 maart 1943 beëindigde de korte carrière van de ET 91 02. Hij brandde volledig uit. Zijn broer, opgeslagen en ingemetseld in de locloods in Bichl, doorstond de oorlog onbeschadigd en hij maakte zich snel weer in het tourverkeer nuttig; vanaf 1968 wordt hij volgens de UIC-norm aangeduid met 491 001-4. Aan zijn carrière kwam pas op 12 december 1995 een abrupt einde toen hij in station Garmisch-Partenkirchen met een passagierstrein botste. Intussen staat de zwaar beschadigde "Glazen trein" op het opstelterrein van Augsburg en wacht daar op betere tijden.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Interieurverlichting | |||||
Rijgeluid eloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Begroeting | |||||
Pantograaf 1 | |||||
Lichtfunctie 1 | |||||
Pantograaf 2 | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Sluiten van deuren | |||||
Conducteursfluit | |||||
Bel | |||||
Stationsmededeling | |||||
Perslucht afblazen | |||||
Stoten railvoeg |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55