De gigant na de EDV-omzetting
Met de invoering van de EDV-conforme bedrijfsnummers werd de V 320 001 op 1 januari 1968 de 232 001. Vanaf de herfst van 1971 mocht hij, na beëindiging van zijn inzet in het zware sneltreinverkeer, in de goederentreindienst gaan laten zien wat hij waard was. Dit lukte hem net zo goed, want hij was uitgerust met een omschakelvoorziening voor de combinatie hoge snelheid (160 km/h) bij lage trekkracht voor sneltreinen, of lage snelheid (100 km/h) bij hoge trekkracht voor goederentreinen. Voor zware goederentreinen kon hij voor het eerst laten zien wat hij allemaal kon.
Voorbeeld: Diesellocomotief 232 001 (Henschel DH 4000). Huurloc van de Deutsche Bundesbahn (DB) in purperrode kleurstelling van tijdperk IV zoals in gebruik rond 1972, ingezet door BW Kempten. Met doseermiddelkasten op de draaistellen rechtsachter en linksachter, zonder regengoot boven de cabineruiten.
Art.nr. | 55322 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | 1 / |
Tijdperk | IV |
Type | Diesellocomotieven |
Model: Compleet nieuwe constructie, onderstel met hoofdframe en locomotiefopbouw van metaal. Veel gemonteerde messing of metalen onderdelen, zoals handgrepen, metalen plaatjes, ruitenwissers, enz. Met digitale DCC-decoder, uitgebreide geluidsfuncties zoals snelheidsafhankelijke rijgeluiden, locomotieffluit, seinhoorn, perslucht aflaten, ventilatorgeluid en nog veel meer. Gebruik naar keuze met wisselstroom, gelijkstroom, Märklin Digital en MFX mogelijk. Ingebouwde buffercondensator met instelbare parameters. Twee hoogvermogenmotoren met aandrijving op alle assen, hoge trekkracht. Met de rijrichting wisselend wit/rood frontsein met ledlampjes, in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Witte ledverlichting in de machinistencabines, afhankelijk van de rijrichting, uitschakelbaar. Alle ventilatoren met geluid, voorbeeldgetrouw aangedreven, ook uitschakelbaar. Rookuitstoot uit alle schoorstenen, elektrisch schakelbaar. Machineruimteverlichting/gang schakelbaar. Imitatie van het interieur van de machineruimte en de inrichting van de machinistencabine. Deuren van de machinistencabine kunnen open, machinistencabine 1 met machinistfiguur. Bufferbalken met veerbuffers en gemonteerde remleidingen. Standaard gemonteerde elektrisch werkende Telex-koppeling aan de achterkant van de loc, aan de voorkant voorzien van schroefkoppeling. Telkens een ander koppelingstype meegeleverd, verwisselbaar met standaard gemonteerd koppelingstype. Handschoenen worden meegeleverd.
Kleinst berijdbare boogradius 1.020 mm.
Lengte over de buffers 71,9 cm.
Gewicht 9,2 kg.
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
Al in 1956 begon de firma Henschel voor eigen rekening, maar in samenwerking met BZA München, met de constructie van de tot nu toe grootste en sterkste dieselhydraulische loc van Europa. Bij de ontwikkeling van deze gigant kon Henschel daardoor terugvallen op waardevolle ervaringen met exportlocs. Verder maakte men bij de V 320 001 gebruik van de beproefde procedure waarbij in de grote machine twee 1.900 pk-motoren van de zojuist geproduceerde V 160 werden ingebouwd. Volledig nieuw waren echter de drieassige draaistellen. De wielstellen behielden de, gezien de topsnelheid van 160 km/h, ongewoon grote diameter van 1.100 mm. Via een bij stilstand te bedienen omschakeltoestel kon de combinatie van ofwel hoge snelheid (160 km/h) met lagere trekkracht (sneltreinen), of lage snelheid (100 km/h) met hogere trekkracht (goederentreinen) worden ingesteld. Het moderne, hoekige ontwerp van de kop was koersbepalend voor alle volgende diesellocs van de DB. De indrukwekkende lengte van 23 meter, de brede brandstoftanks aan de onderkant van het frame en een royaal aantal beweegbare ventilatieroosters geven hem een reptielachtig uiterlijk, waarachter de twee motorinstallaties dreunden. Met zijn door zes wielstellen gedragen 122 ton ijzer en staal kon hij met recht een monster worden genoemd - maar dan wel een heel mooi monster! Vanwege de zwaar belaste productiecapaciteit van Henschel kon de V 320 001 pas in 1962 worden geleverd. Met de machine werden eerst uitgebreide meet- en proefritten uitgevoerd. Vanaf 1963 werd hij als huurlocomotief in het bestand van de DB opgenomen en reed hij in eerste instantie bij opstelterrein Hamm. In 1965 verhuisde de V 320 naar Kempten en trok hij voornamelijk zware sneltreinen tussen München en Lindau. Al snel bleek hij daar uitermate geschikt voor de zware internationale sneltreinen en was de voor het rollend materiaal verantwoordelijke dienst vol lof over zijn vermogensreserves. Een van zijn supertreinen was de D 96 "Rhone-Isar" (München – Lindau – Zürich – Genève) met doorgaans acht aangekoppelde wagens. Zowel de DB als de SBB zetten hun modernste wagenmaterieel in. De DB stelde drie types van de pas tussen 1961 en 1963 aangekochte wagens met een lengte van 26,4 m beschikbaar, te weten een AB4üm-63 (coupérijtuig 1e/2e klasse), twee of drie B4üm-63 (coupérijtuig 2e klasse) en een gedeeltelijk restauratierijtuig BRbu4üm-61 (2e klasse). De SBB revancheerde met zijn standaardwagen type I (EW 1) in licht metalen constructie met twee B-wagens (2e klasse), een A-wagen (1e klasse) en een bagagewagen uit serie D. In 1974 beëindigde de DB de huurovereenkomst voor de V 320 (vanaf 1968: BR 232) en ging de machine terug naar de fabriek. Henschel onderwierp de machine aan een keuring en verkocht hem in april 1976 aan de Hersfelder Kreisbahn, waar hij tot 1988 werd ingezet. Daarna ging de loc naar de Teutoburger Wald-Eisenbahn (TWE). Na het verstrijken van zijn eerste termijn in 1992 verdween hij naar Italië, om als bouwtrein zijn genadebrood te verdienen. Daarmee leek het lot van deze bijzonder interessante machine bezegeld, maar in 1999 organiseerde baanbouwfirma WIEBE zijn spectaculaire terugkeer naar Duitsland. Na een gedegen opknapbeurt en de inbouw van nieuwe motoren reed hij vanaf maart 2000 weer over Duitse rails, onder de aanduiding 320 001-1 (WIEBE 7), tot schade aan de wielstellagers in 2015 zijn inzet voor altijd beëindigde. Sinds 2017 siert hij als visueel object de fabriek in Kassel (tegenwoordig Bombardier).
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Rijgeluid dieselloc | |||||
Telex-koppeling achter | |||||
Tyfoon | |||||
Sluitsein | |||||
Rangeerfluit | |||||
Cabineverlichting | |||||
Bezanden | |||||
Directe regeling | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Interieurverlichting gang | |||||
Perslucht afblazen | |||||
Hulpdiesel | |||||
Brandstof bijvullen | |||||
Brandstof bijvullen | |||||
Rookgarnituur | |||||
Special sound function | |||||
Ventilator | |||||
Ventilator | |||||
Rangeerfluit | |||||
Special sound function | |||||
Luchtpers | |||||
Conducteursfluit | |||||
Bedrijfsgeluid | |||||
Rangeersnelheid | |||||
Rangeer-dubbel-A-sein | |||||
Omgevingsgeluid | |||||
Special light function | |||||
Sluiten van deuren | |||||
Special light function | |||||
Special sound function | |||||
Telex-Koppeling voor |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55