Voorbeeld: Reizigerstrein-stoomlocomotief serie 39.0-2 van de Deutsche Reichsbahn-Gesellschaft (DRG). Met korte Wagner-windleiplaten en Pruisische tender 2´2´ T 31,5. Gebouwd vanaf 1922 als serie P 10 van de Preussische Staatsbahnen. Bedrijfstoestand ca. 1934.
Art.nr. | 39392 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | II |
Type | Stoomlocomotieven |
Model: Met Digital-decoder mfx en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus, onderhoudsarme motor in compacte constructie. 4 assen aangedreven. Antislipbanden. Locomotief en tender voornamelijk van metaal. Ingericht voor rookgarnituur 72270. Tweepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en naderhand in te bouwen rookgarnituur traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsarme warmwitte LED’s. Kortkoppeling met schaargeleiding tussen loc en tender verstelbaar op basis van de railradius. Op de tender door mechaniek geleide kortkoppeling met NEM-schacht. Berijdbare minimumboogstraal 360 mm. Zuigerstangbeschermhulzen meegeleverd.
Lengte over buffers 26,3 cm.
Bijpassende sneltreinrijtuigen, de zogenaamde "Hecht-rijtuigen", worden in 2011 onder de artikelnummers 42232, 42252, 42253 en 42262 eveneens aangeboden in het Märklin-assortiment.
Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.
Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.
BR 39 – Sterke loc Lok in het middelgebergte. In 1919 begon Borsig in Berlijn met de ontwikkeling van een reizigerstreinlocomotief met getrokken tender en asindeling 1´D1´ "Mikado". Zijn taak zou voornamelijk bestaan uit het afhandelen van het zware sneltreinbedrijf in het middelgebergte. De loc was het vaakst op de Main-Weser-Bahn, de Eifelbahn, de Schwarzwaldbahn, de Gäubahn en in Saksen aan te treffen. Tussen 1922 en 1927 verlieten in totaal 260 exemplaren van de viervoudig gekoppelde machines de fabriekshallen. Ze werden door de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) als serie 39 opgenomen en maakten zich na de Tweede Wereldoorlog in beide Duitse staten onmisbaar. De 22.890 mm lange en 100,4 ton zware machines haalden met hun driecilinder-aandrijfmechanisme een maximumsnelheid van 110 km/uur en hadden een geïnduceerd vermogen van 1620 PSi. De BR 39 overschreed de vereiste belasting per as van 17 ton echter enigszins, zodat verschillende van de sterke locs pas na vernieuwing van de trajecten konden worden ingezet. De P 10 gold als de krachtigste reizigerstreinlocomotief van de Länderbahnen. Bij de Deutsche Bundesbahn kregen de meeste locomotieven Witte-windleiplaten en werd de tender pr2´2´ T 31,5 vervangen door de tender 2´2´ T 34. De BR 39 eindigde zijn inzet voor de DB in Stuttgart, waar in 1967 de laatste drie exemplaren afscheid namen van de actieve dienst.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Contact rookgarnituur | |||||
Rijgeluid stoomloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Luchtpomp | |||||
Flikkeren vuurkist | |||||
Rangeerfluit | |||||
Stoom afblazen | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Kolen scheppen | |||||
Schudrooster |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
**Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55