Voorbeeld: Stoomlocomotief voor reizigerstreinen serie 23 van de Deutsche Bundesbahn (DB), type 1´C1´h2, uit de eerste bouwserie. Gebouwd vanaf 1950. Bedrijfstoestand rond 1958. Blanke uitvoering der ketelbanden.
Art.nr. | 39230 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | III |
Type | Stoomlocomotieven |
Model: Met Digital-decoder mfx en soundgenerator. Geregelde hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus, onderhoudsarme motor in compacte constructie. 3 assen aangedreven, antislipbanden. Locomotief en tender voornamelijk van metaal. Kortkoppeling met mechaniek tussen loc en tender. Ingericht voor rookgarnituur 7226. Verlichting met onderhoudsarme warmwitte LED's. Driepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en naderhand in te bouwen rookgarnituur traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Op de loc en de tender met mechaniek geleide kortkoppeling met NEM-schacht. Berijdbare minimumboogstraal 360 mm. Imitaties remslangen en zuigerstangbeschermhulzen meegeleverd.
Lengte over buffers 24,5 cm.
Door lezers van Eisenbahn Magazin verkozen tot model van het jar 2009.
Dit model vindt u in gelijkstroomuitvoering in het Trix H0-assortiment onder art. nr. 22230.
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
BR 23. In uur 0 kon de jonge Deutsche Bundesbahn de stoomtractie nog niet missen. Voor de afdekking van de behoefte aan reizigers- en lichte sneltreinlocomotieven ontwikkelde Henschel de bouwserie 23. De van 1950 tot 1959 in 105 exemplaren gebouwde serie had de asindeling 1´C1´ en kreeg een gelast frame, ketel en tender. De maximumsnelheid lag bij 110 km/h vooruit en 85 km/h achteruit, wat voldoende was om enkele locomotieven met een keertreinregeling uit te rusten. De locomotieven verrichtten zonder in het bijzonder op te vallen hun diensten in de geplande taken. Op 1 januari 1968 werd de BR 23 conform de computerisering in BR 023 veranderd en tot 1976 hielden de laatste, aan het BW Crailsheim toegewezen machines het uit op de rails van de Deutsche Bundesbahn. De 23 105 schreef ook Duitse spoorweggeschiedenis. Ze was de laatste in bedrijf genomen stoomloc van de Deutsche Bundesbahn, wat haar een museumverering verleende, ze was echter een van de slachtoffers van de catastrofale brand op 17 oktober 2005 in het verkeersmuseum in Nürnberg, waarbij ze zwaar beschadigd werd. Op grond van de goede onderhoudsstaat bij de buitendienststelling zijn nog meerdere exemplaren van de bouwserie 23 als museumlocomotieven bewaard gebleven, enkele daarvan zelfs bedrijfsvaardig.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Contact rookgarnituur | |||||
Rijgeluid stoomloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Luchtpomp | |||||
Kolen scheppen | |||||
Rangeerfluit | |||||
Stoom afblazen | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Schudrooster |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55