Stoomlocomotief met getrokken tender.

Tussen 1863 en 1871 leverde Maffei de Bayerische Staatsbahnen 107 B-gekoppelde locomotieven met een voorloopas. Technisch onderscheidde de B VI zich in slechts geringe mate van de serie voorgangers, de B V. De diameter van het gekoppelde wiel groeide van 1462 naar 1616 mm, de dienstmassa met één naar 31 t. Evenals de voorganger kon de B VI zowel met kolen als met turf gestookt worden. Na de inbouw van vervangende ketels steeg de toegelaten stoomdruk van acht naar tien bar. In de reguliere dienst trok de B VI voornamelijk reizigerstreinen. Al snel werd ze door snellere locomotieven naar lagere diensten verdrongen. Reeds in 1895 begon de buitendienststelling, die zich tot in de jaren twintig voltrok. Twee als bouwtrein dienstdoende machines kwamen nog als 34 7461 en 7362 in het voorlopige nummerschema van de Reichsbahn terecht, en werden spoedig na in werking treden van de nieuwe nummering, in 1925, buiten dienst gesteld. Een machine, de 316, schreef spoorweggeschiedenis. De met de naam "Tristan" gedoopte locomotief trok de hoftrein van Ludwig II, wanneer zijne Majesteit op reis ging.